Naam en adres van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
en de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte, indien verschillend
Registratiehouder:CEVA Santé Animale B.V. |
Fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte:Produlab Pharma B.V. |
Aard van het middel
Hormoonpreparaat.
Benaming van het diergeneesmiddel
Oxytolin
Gehalte aan werkzame en overige bestanddelen
Oxytocine 10. I.E.
Diersoort(en) waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Paard, rund, schaap, geit, varken, hond en kat.
Indicatie(s)
- Primaire of secundaire weeënzwakte (teef, kat en zeug)
- Atonieën van de uterus (zeug)
- Uterusbloedingen (merrie, koe, ooi, geit, zeug, teef en kat)
- Retentio secundinarium (teef en kat)
- Bevordering van de involutio uteri (merrie, koe, ooi, geit, zeug, teef en kat)
- Agalactiesyndroom (bij zeugen)
Contra-indicatie(s)
Niet gebruiken bij:
- Niet ontsloten cervix
- Verkeerde positie van de vrucht/uterus
- Obstructive distocia
- Overgevoeligheid
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Geen.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
In verband met mogelijke overgevoeligheidsreacties dient direct huidcontact vermeden te worden. Draag daartoe handschoenen.
Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Geen bekend.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Het middel is bestemd om rond de partus gebruikt te worden.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geen.
Dosering en wijze van toediening
Intramusculaire en subcutane toediening
- Merrie: 10 - 40 I.E. oxytocine per dier
- Koe: 30 - 50 I.E. oxytocine per dier
- Ooi, geit: 10 - 30 I.E. oxytocine per dier
- Zeug: : 20 - 40 I.E. oxytocine per dier
- Hond:
tijdens de partus : 0,5 - 3 I.E. oxytocine per dier
na de partus : 1 - 10 I.E. oxytocine per dier - Kat:
tijdens de partus : 0,3 - 1 I.E. oxytocine per dier
na de partus : 1 - 3 I.E. oxytocine per dier
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
1. Kortdurende vasodilatatie en bloeddrukdaling
2. Waterretentie
3. Hyperstimulatio uteri waardoor verlengde en vaak optredende contracties van de uterus. Bij kramptoestand van de uterus kan de zuurstofvoorziening van de vrucht in gevaar worden gebracht.
4. Beïnvloeding van de foetale circulatie
Wachttijd
Vlees: 0 dagen
Melk: 0 dagen
Onverenigbaarheden
Niet vermengen met andere diergeneesmiddelen
Houdbaarheidstermijn
2 jaar
Aangeprikte flacon: 45 dagen
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25oC.
Niet in koelkast of vriezer bewaren.
Aangeprikte flacon beneden de 25 oC bewaren.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor de verwijdering van het ongebruikte diergeneesmiddel of eventueel uit het gebruik van een dergelijk middel voortvloeiend afvalmateriaal
Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de nationale vereisten te worden verwijderd.
De datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien**
19 april 2006
Overige informatie
Registratienummer: REG NL 8822
**Datering van bovenstaande bijsluitertekst: 19 april 2006 (NB het is mogelijk dat een eventuele nieuwere versie nog niet in de collectie van diergeneesmiddelen.info is verwerkt).
Status voor gebruik bij dieren in Nederland
Uitsluitend verkrijgbaar bij een dierenarts of op recept van een dierenarts bij een apotheek